Cid Berger, directeur van Zorgverzekeraar De Friesland, was zo geraakt door de zelfgekozen dood van Lars Boersma (22) dat hij op de koffie ging bij ouders Illan en Gerard in Sint Jacobiparochie. Wat kan de zorgwereld leren van Lars’ wanhoopsdaad? „Ik ben ook eens als potentiële ouder op onze site gaan klikken.”
et was een aantal weken na het afscheid van hun zoon Lars, dat er een mailtje binnenkwam bij Illan en Gerard Boersma uit Sint Jacobiparochie. Een persoonlijk bericht van Cid Berger, de directeur van Zorgverzekeraar De Friesland. Hij schreef dat hij in deze krant het in memoriam had gelezen over de zelfgekozen dood van hun zoon Lars. En over het moeras aan regelingen en wachtlijsten waarin ze waren vastgelopen.
Het had hem geraakt en hield hem bezig. Het leed, de tragiek en radeloosheid. Het greep Berger, zelf ook vader van kinderen in die leeftijd, aan. Hij wilde graag een kop koffie komen drinken. Om hun verhaal te horen. Om te praten over hoe de dingen zijn gegaan. Over hoe situaties, waar Lars tegenaan liep, anders aan te pakken zijn, misschien. Over lessen die geleerd kunnen worden.
De 22-jarige Lars Boersma worstelde al van jongs af aan en kreeg moeilijk grip op zijn leven. Hij kampte met mentale problemen en in het voorjaar gaf hij aan écht hulp nodig te hebben. Die kwam er niet: de wachtlijst was zeven maanden. Lars kon het niet meer overzien. De grote wereld joeg hem angst aan. Onbegrip, frustratie en paniek maakten dat hij op 13 augustus uit het leven stapte.
De familie Boersma kreeg daarna een stapel brieven van zorginstanties waarop ze een beroep konden doen nu ze hun zoon en broer waren verloren. Hoe pijnlijk, verzuchtten zijn ouders en zus. „Nu het te laat is, is er alle hulp.”
Dat punt triggerde Berger nog extra. Het voelde als een oproep om in gesprek te gaan. Zorgverzekeraar De Friesland trof dan wel geen enkele blaam in het dossier van Lars, zijn organisatie is wél een partij in dat zorgstelsel. En de Boersma’s zijn bij hen verzekerd.
Dat de familie niet op het moment dat het nodig was, maar wel achteraf hulp kreeg aangeboden. Dat. Dat gaat wel ook over ons, dacht de directeur. Want wat is de rol van zijn organisatie in het systeem? Hadden ze iets kunnen betekenen? Konden er lessen worden getrokken? Of het nou gold voor De Friesland, de rol van zorgaanbieders, de gemeente of richting de politiek in de lobby over geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Hij wilde graag met de Boersma’s praten. Als luisterend oor namens de instanties.
Illan en Gerard vertelden over hoe snel je verdwaald raakt in het zorglandschap. Over deuren en loketten waarvan je geen weet hebt dat ze bestaan, laat staan dat je de sleutel vindt om ze te openen. Bij Lars speelde van alles door elkaar. De Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), gedragsproblematiek, psychiatrische vraag. Allemaal verschillende zorgaanbieders en regelingen met elk hun eigen potjes en paadjes die je maar net moet vinden.
Voor veel mensen geen gesneden koek, realiseert Berger zich maar al te goed. In Nederland is heel veel heel goed geregeld, stelde hij aan de keukentafel in Sint Jacobiparochie. En dat klinkt heel gek als je kijkt naar de situatie van Lars, maar het is wel zo. Je moet alleen wel je weg kunnen vinden in het complexe landschap.
Dat de zorgverzekeraar (niet alleen De Friesland maar ook alle andere) bijvoorbeeld ook kan helpen in de zoektocht naar hulpverlening of instanties met kortere wachtlijsten. De Boersma’s hadden er geen weet van, net als veel andere verzekerden.
Het domein-overstijgend loket, is nog zo’n onbekende maar belangrijke hulpdienst. Het is een team van superspecialisten die heel veel verstand hebben van én de zorgverzekeringswet, én de Wlz, én het gemeentelijk domein én het aanbod van zorgaanbieders. In complexe situaties ontwarren zij de kluwen aan regels en loketten en nemen je als een gids in de zorg bij de hand. Elke Fries, wel of geen lid van De Friesland, kan bij ze aankloppen.
Allemaal niet nieuw, maar wel te onbekend, constateerde Berger. Het was de boodschap die hij mee naar huis nam. Hele trouwe klanten blijken niet op de hoogte van de diensten die hen bij de hand kunnen nemen.
Werk aan de winkel. Berger vergde de inkopers van De Friesland om de zorgaanbieders op het hart drukken om mensen te wijzen op de wachtlijstbemiddeling en het domein-overstijgend loket. Wie bij de huisarts komt of een zorginstantie en tegen een wachtlijst aanloopt, zou niet zonder die informatie naar huis mogen gaan.
Berger ging naar de website van De Friesland en klikte als ‘potentiële ouder’ op zoek naar psychologische hulp en acute geestelijke gezondheidszorg. Het leek lastiger te vinden dan gedacht. Het online-team legde de site onder de loep en maakte een verbeterslag. Het zijn misschien druppels, maar alle kleine beetjes helpen.
De Friesland gaat daarnaast de digitale doktershulp versterken. Met de app Dokter Appke krijgen klanten nu al antwoord op ongecompliceerde gezondheidsvragen. De dienst wordt uitgebreid met eenvoudige ggz-vragen. Met als beoogd effect het ontlasten van de ggz-zorg die kampt met wachtlijsten door schaarste aan personeel. Door zelfzorg eruit te filteren, slibt het netwerk minder gauw dicht en blijft gespecialiseerde mankracht over voor complexe zorg. Voor de Larsen.
In gesprekken met grote zorgaanbieders zal de directeur Lars benoemen en bespreken. Hij wil ze wakker schudden en vertellen wat zijn verhaal voor impact heeft gehad. Op hem als vader, en als verantwoordelijke bij De Friesland.
Illan en Gerard zijn blij dat de hoogste baas van de grootste zorgverzekeraar in de provincie oog heeft voor hen, voor Lars en daarmee voor alle andere Larsen. Hun zoon krijgen ze er niet mee terug, maar als ze er maar één andere Lars mee kunnen redden...
Bron: Leeuwarder Courant