Ton Arema uit Zwarte Haan bouwt sinds 2011 mee aan de obstakels en spellen die het de deelnemers aan Expeditie Robinson zo lastig maken. Terwijl de kijkers zich opmaken voor de finale-uitzending op 29 december vertrekt hij begin maart alweer naar Maleisië of de Filipijnen, waar hij zeker drie maanden blijft om er ‘de spelletjes’ te bouwen voor weer een nieuw Robinson-seizoen.
Aan de keukentafel in zijn woning bij Zwarte Haan, het buurtschapje boven Sint Jacobiparochie, scrolt Ton Arema (68) door een map vol foto’s met stuk voor stuk één algemene deler: blauwe luchten, hagelwitte stranden en op de achtergrond in veel gevallen adembenemend groene bergtoppen. Toch is dit niet zijn bestand met vakantiefoto’s. Hij dubbelklikt op een van de beelden. Op het scherm vijf houten wanden, voorzien van gaten. Er passen genummerde stokken in die de kandidaten van Expeditie Robinson er voor deze opdracht één voor één uit moeten trekken. Met steeds minder houvast ter beschikking, zullen ze er onherroepelijk vanaf vallen. De ene eerder dan de andere. De laatste die het zand weer raakt heeft de proef gewonnen. ,,Dit spelletje zat deze week in de uitzending’’, zegt hij.
Het huidige seizoen van Expeditie Robinson nadert de ontknoping maar werd al in het voorjaar opgenomen in Maleisië. Voor Arema was het alweer de veertiende keer dat hij bij het programma betrokken was. Ieder voorjaar verloopt in huize Arema al jaren volgens een vast stramien. Eind februari worden de koffers gepakt en dan vertrekt hij begin maart met het productieteam van het programma naar de spel-locatie. Om ter plekke te kijken waar de proeven het beste gebouwd kunnen worden en om de lokale partners te vinden om mee samen te werken.
In ieder land zijn er zeker dertig lokale ambachtslieden nodig. Vier tot zes weken later wordt er gestart met de opnames van het programma. Behalve Maleisië bracht expeditie Robinson hem al meerdere keren naar de Filipijnen, was hij op Zanzibar en – iets dichter bij huis – in Kroatië. ,,De kortste keer waren we twee maanden weg, maar we zijn ook wel eens 4,5 maand van huis geweest.’’
Eenmaal ter plekke wordt er een werkplaats opgezet en worden samen met de lokale mensen de benodigde materialen gekocht. ,,We werken veel met hout en bamboe, maar ook met metaal. Na afloop doneren we de spullen aan de lokale mensen of een goed doel ter plekke. Ze kunnen het daar goed gebruiken.’’
De creatief timmerman was naar eigen zeggen ,,totaal onkundig’’, toen hij voor de eerste keer meeging. Door nauw samen te werken met de lokale ambachtslieden heeft het werken met hout en bamboe onder de tropische zon en in het zeewater inmiddels geen geheimen meer voor hem.
,,Bij de voorbereidingen moeten we daar goed rekening mee houden. Wat zijn de eigenschappen van iedere houtsoort, net als het soort touw dat je gebruikt? En je leert goed te improviseren. Voor een spelletje in zee moeten we precies weten wanneer het laag of juist hoog water is. Op Zanzibar was dat een drama. Logistiek sowieso. Hele smerige stranden ook, ondanks de echt geweldige natuur, en een tijverschil van 4,5 meter. Dat moet je goed plannen wanneer het laag water is. Soms is het voor ons ook een echte expeditie.’’
Bij toeval raakte hij bij het programma betrokken. ,,Ik was zelfstandig decorbouwer in de reclamewereld. En dat ging heel goed. Er was in die tijd bijna geen reclameblok waarin geen achtergrond zat die ik niet had gemaakt. Dat deed ik met een paar collega’s. Allemaal zzp’ers. Een set-dresser met wie we veel samenwerkten kreeg toen een baantje als art-director bij Expeditie Robinson. Hij moest mensen hebben en ging bij ons checken of we zin hadden om het te doen. Ik had het wel eens gezien en het leek mij wel wat. Met een groep van acht Nederlanders, allemaal uit de decorbouw, zijn we meegegaan naar de Filipijnen.’’
Als hij daar een paar weken later uit het vliegtuig stapt wordt hij omhuld door een klamme vochtige hitte. Niet veel later is hij net als zijn meegereisde collega’s gestoken door een paar nare insecten en zijn er meerdere giftige slangen gesignaleerd. Ook op de eigen kamer. En ze zijn uiteraard al vlot aan de diarree. ,,Niet iedereen was daar over te spreken’’, klinkt het met gevoel voor understatement.
Maar ze zetten door en komen na drie maanden terug met een onvergetelijke ervaring op zak. ,,Het was fantastisch’’, zegt Arema. ,,Later hebben we ook nog een cycloon meegemaakt op de Filipijnen. Moesten we drie, vier dagen binnen blijven. En ik heb wel eens longontsteking gekregen. Op die momenten is het wat minder. En ieder jaar als ik weer terug kom vraag ik me ook weer af of ik het nog een jaar zal doen. Misschien stop ik op mijn 70ste? Alles houdt een keer op tenslotte. Maar tot nu toe begint het iedere keer na een paar weken weer te kriebelen en is de twijfel weer weg. Zolang ik mij fit voel ga ik door.’’
Terwijl voor de deelnemers soberheid troef is zit hij met zijn collega’s en de rest van het productieteam tijdens de opnames in een resort en is er catering. De kandidaten mogen tijdens het spel alleen water drinken en moeten hun eten zelf bij elkaar scharrelen. ,,Op de Filipijnen kun je vrij goed vis vangen, of bananen plukken, maar dat is niet overal zo.’’ Medelijden met de deelnemers heeft hij desondanks niet. ,,Je maakt ze wel van dichtbij mee, soms helpen we ook mee met de productie of snoeren ze in voor een opdracht bijvoorbeeld, maar het is echt heel zwaar voor ze.’’
Lees het hele verhaal via deze link
Bron Franeker Courant