Het waait. En niet zo'n beetje ook. Zomersoep zet koers naar Westhoek, aan het begin van de Oudebildtdijk, de langste straat van Nederland. Wij starten in Ouwesyl, met rechts huisnummer 2 en eindigen bij Waddenherberg The Friezinn, huisnummer 1226. Wind tegen, maar gelukkig zitten we in de auto. Sowieso een geweldige rit, langs gerestaureerde huizen en/of rafelige panden rechts boven op de dijk en vorstelijke boerderijen beneden op links.
De zon schijnt, maar het waait zo hard dat we het terras van The Friezinn toch maar laten voor wat het is, hoe gezellig ook, en binnen neerstrijken aan een tafeltje voor twee voor het raam. Geen uitzicht op water, maar wel op de dijk waarachter we de Waddenzee weten. De dijk is druk, er komen veel mensen even uitwaaien langs het wad. Een paar diehards tornen op de fiets tegen de wind in, een schaap komt onverstoorbaar in ons blikveld staan grazen. En oh ja, even later wippen ook twee konijnen langs.
The Friezinn zou eigenlijk vorig jaar al van start, als opvolger van café-restaurant Gaya Indonesia dat van 1995 tot 2020 op deze plek zat. Corona vertraagde de opening maar nu is de herberg volop in bedrijf. Op de website van The Friezinn staan de verhalen van de illustere voorgangers op deze bijzondere plek. Over de allereerste uitbaters bijvoorbeeld: Piet en Pietsje Stienstra (de Pietsies ) die er in 1963 een paviljoen begonnen.
Naast ons zit een groot gezelschap gezellig te eten. Tafels aaneen geschoven en druk gebabbel. Het maakt dat wij elkaar af en toe lastig kunnen verstaan. Maar de sfeer is gemoedelijk, de bediening onder wie de kortgebroekte aigner Douwe Gerlof Heeringa, informeel. De keuken is lokaal, groenten van het seizoen en producten uit de omgeving.
Wij beginnen onze lunch met een Grutte Pier Blond, gebrouwen in Bartlehiem/Wyns, en
een Fritz Spritz rabarber bio. Wat begon met Fritz Cola, het biologisch alternatief voor de gewone cola, is uitgebreid met een serie frisse fruitdranken-met-bubbels: schorles. De rabarber-variant smaakt zo goed dat we meteen een tweede bestellen.
Als voorgerecht kiezen we de Tsjokke fisksop en de vega Seizoenssop. Wat we krijgen is een heldere bouillon, met grote stukken vis. Hij is wat aan de zoute kant maar tegelijkertijd wel heel lekker, zegt disgenoot. De vegasoep is een gebonden romige soep met takjes zilte zeekraal. ,,Die verbouwen we hierachter'', meldt de bediening trots. De kommen gaan helemaal leeg, we soppen ze zelfs na met een paar stukken van het bijgeleverde verse knapperige brood.
Onze hoofdgerechten bestaan uit een Friezinnsalade met gerookte paling en een vega-zee-salade. Beide bevatten cranberry's, croutons XL (waarin we dat eerdere brood herkennen) en een fijne dressing. De vegasalade is bestrooid met geitenkaas. Erg lekker stellen we vast, als we over en weer elkaars gerechten proeven. De sla is krakend vers, de verkruimelde geitenkaas werkt als een smaakbombardement en de gerookte paling is boterzacht.
Als bijgerecht kozen we voor de portie friet in een stuk Bildtse Post, een collectorsitem nu die krant sinds 1 juli niet meer bestaat. Het verdwijnen van een krantentitel gaat iedere journalist aan het hart. Geluk bij een ongeluk: die frieten zijn prima. Het krantenartikel slecht leesbaar door de vetvlekken. We smikkelen en smullen tot alles helemaal op is.
Terug komen we vast en zeker
Voor een nagerecht hebben we geen plek meer. Net zomin als voor een kop koffie. Wel jammer, want we hadden graag een wuttelkeky besteld. En willen ontdekken wat een plattelandskoek is. Maar dat regelen we de volgende keer. Want terug komen we vast en zeker, ook al omdat we een van de Westhoek Sessions willen meemaken. Zoals bijvoorbeeld op 19 augustus: een avond lang 'Harvest' van Neil Young compleet met diner. Ant kikes!
Ons toetje is een uitwaai-loopje naar het wad. Even de longen vol zilte zeelucht, de haren vol wind en dan die lange, lange dijk weer afrijden. Van 1226 terug naar 2.
Bron Leeuwarder Courant