De militaire radarpost in Wier draait sinds afgelopen vrijdag ook ‘s nachts. Defensie heeft besloten de installatie die wordt gebruikt om het luchtruim te controleren ondanks geluidsoverlast 24 uur per dag in te zetten vanwege de oorlog in Oekraïne.
Dat laat gemeente Waadhoeke weten in een memo over de stand van zaken rondom de aanpak van de geluidsoverlast van de radarpost.
Defensie zette de installatie afgelopen jaar ‘s nachts uit, omdat een constante bromtoon omwonenden uit de slaap hield. De radar werd daarom om 8 uur ‘s ochtends aangezet en draaide tot 7 uur ‘s avonds. Maar de oorlog in Oost-Europa vraagt extra alertheid van de Nederlandse krijgsmacht. ,,In verband met de ontwikkelingen in Oekraïne is inmiddels besloten de radar wel ook in de nachtperiode te laten draaien”, zo laat de gemeente weten.
De SMART-L radar, die het noordelijk luchtruim inclusief het Nederlandse deel van de Noordzee moet controleren op vijandig vliegverkeer, is in 2020 in Wier neergezet om de in 1976 geïnstalleerde MPRradar te vervangen. Sindsdien regent het klachten in de omgeving. Het nieuwe systeem verspreidt te veel lawaai met een continue bromtoon en er is zorg over de straling die vrijkomt.
Afgelopen najaar maakte Defensie de afspraak met het dorp en de gemeente dat de radar een koepeldak krijgt om het geluid te dempen. Met metingen wordt duidelijkheid gegeven over de hoeveelheid straling. De overheden en het dorp zijn in nauw contact met elkaar en proberen samen een oplossing te vinden.
Wier reageert vol begrip over de stap van Defensie om de radar ook ‘s nachts aan te zetten, zegt Hans Blanksma die namens het dorp in de Kerngroep met Defensie zit. ,,Wy snappe ek wol dat ding der stiet mei in doel en der is foar ús feilichheid. Fansels ha we leaver net dat er draait, mar dat lit de situaasje no net ta.”
Sinds afgelopen vrijdag bromt het ‘s nachts weer in het dorp. ,,Wy hearre him wer, mar we moatte it aksepteare salang de situaasje der om freget. It is krekt san spultsje as dat Grins de gaskraan wol wer iepenje wol no’t de wrâld der sa hinne leit.”
Bron : Leeuwarder Courant